Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], In dien dag zal de mens zijn zilveren afgoden, en zijn gouden afgoden, welke zij zich gemaakt hadden, om zich [daarvoor] neder te buigen, wegwerpen voor [49]de mollen en de vledermuizen; 49. Hebreeuws, van den graver der putten, of der holen. Het is ene beschrijving van den mol. En de profeet wil met deze woorden te kennen geven dat men de afgoden in onreine en verachtelijke hoeken zou wegwerpen.